Op de helft!
25 oktober 2015 - Kaapstad, Zuid-Afrika
‘Ooh, ek is nie skoon nie!’ roept hij. Snel springt hij uit de auto en rent naar zijn huis in de krottenwijk. Ten minste, zo zouden wij het noemen, maar voor deze mensen zijn deze golfplatenhuisjes gewoon hun thuis. We zitten in de auto met 4 kinderen op de achterbank. Het vijfde kind komt er weer aan rennen met een blouse en lange broek in zijn hand. Terwijl we naar de kerk rijden, trekt dit jongetje zijn zondagse kleren over zijn eigen kleding aan. Even later zitten we in de kerk, Jessica en ik met 5 kinderen op blote voeten. Nu Lea in Nederland is, nemen wij de taak op ons om de kinderen die willen mee te nemen naar de kerk. Daarnaast nemen wij drie clubs van haar over.
Zo is de week voor ons vol, met drie ochtenden in het onderwijs, 3 clubs en een Bijbelles op school. We zijn vooral nog lang bezig met de voorbereidingen. Alles wat we willen zeggen, schrijven we letterlijk uit, zodat we niet tijdens een club over de Afrikaanse woorden of zinsbouw hoeven na te denken. Ook het werk bij het Hemel-op-Aarde project op de Firgrove Primary School gaat door. Wekelijks onderwijs ik 50 kinderen van 5 à 6 jaar in rekenvaardigheden. De kinderen die hier moeite mee hebben geef ik nog extra begeleiding in kleine groepjes. Daarnaast zie ik nu 4 kinderen voor logopedische oefeningen en ontvang ik binnenkort een lijst van het schoolhoofd waarop alle namen van de kinderen staan die logopedie nodig hebben. De tijd gaat door, maar ik kan altijd kijken wat ik kan doen. Het is bijzonder om deze kinderen ook op hele praktische wijze te helpen, met stotteren, slissen of rekenproblemen!
Morgen is alweer dag 50 van de 100. Degenen met rekentalent, maar ook degenen zonder rekentalent, zullen al snel begrijpen dat dit 50% is van mijn verblijf hier. Wat gaat dat snel zeg! Ik geniet ontzettend van de contacten met de kinderen en andere kinderwerkers. Soms hoor je heftige verhalen, over aids en armoede, over drank- en drugsgebruik door ouders van kinderen en de verwaarlozing die daarmee gepaard gaat. De verhalen die ik in Nederland al hoorde, krijgen hier een gezicht. Ik ontmoet de kinderen die ermee in aanraking komen. Ik zie de hartseer (verdriet) in hun ogen. Met al mijn zintuigen neem ik dit waar en dat kan ik helaas niet omschrijven in een blog. Soms overvalt het me. Dan mag ik weten dat Gods Koninkrijk niet afhankelijk is van mijn inzet of aanwezigheid. Als ik de deur sluit na een club of wegrijd na een ochtend in het onderwijs, blijft God daar. Hij gaat mee met mij, Hij is bij familie en vrienden in Nederland, Hij is bij Jarina die momenteel bij kinderen in Oekraïne werkt, en Hij is bij deze kinderen. Hij houdt hen vast, daar waar ik dat niet kan. Dat troost mij: God is JAHWEH, IK BEN, Hij is daar!
Tot slot een aantal fragmenten uit het lied ‘Anders’ van Gerald Troost die voor mij heel herkenbaar zijn:
Ik ben blank, jij bent zwart, maar ik kijk niet naar kleuren want, Ik kijk naar je hart.
Ik zie geen grenzen, ik zie mensen, o, veelkleurig en uniek.
Samen zijn wij mooi als twee partijen in muziek.
Dwars door muren van culturen, ook al spreek je een andere taal: vertel me jouw verhaal.
Ik wil van je leren, ik wil jou kennen, al jouw dromen en jouw pijn.
Het is toch oké dat we anders zijn?
Liefs Tante Janet